Meike van ONWINE - 10 / Sep / 2024
Mythe of niet? Antwoorden op jouw brandende wijnvragen!
Ken je dat moment? Je zit op een zonnig terras met vrienden, een glas wijn in de hand, en ineens zegt iemand: "Weet je zeker dat je rood wilt? Je hebt vis!"
Ken je dat moment? Je zit op een zonnig terras met vrienden, een glas wijn in de hand, en ineens zegt iemand: "Weet je zeker dat je rood wilt? Je hebt vis!" Of ze beweren dat goedkope wijn altijd slecht is. Het klinkt overtuigend, maar is het waar? De wijnwereld zit vol charme, maar helaas ook vol met hardnekkige mythes die onze ervaringen kunnen kleuren. In deze blog gaan we die mythes ontmaskeren en de echte waarheid achter deze verhalen ontdekken. Je zult verrast zijn wat je allemaal leert!
1. Wit is voor vis, en rood is voor vlees
Dit is waarschijnlijk een van de bekendste; iedereen heeft dit wel eens een keertje gehoord, misschien zelfs gezegd. Het ‘feit’ dat witte wijn alleen bij vis hoort en rode wijn bij vlees. De waarheid is dat het allemaal draait om smaakbalans en natuurlijk om persoonlijke voorkeur.
Witte wijn kan inderdaad fantastisch zijn bij vis, vooral als het om een lichte, frisse wijn gaat die mooi aansluit bij net zulke lichte, delicate smaken (zoals deze Pinot Grigio gemaakt door La Fornase). Maar er zijn ook rode wijnen die het uitstekend doen bij visgerechten, zoals een lichte Pinot Noir bij gegrilde zalm. Vaak zijn vette vissen erg lekker met een lichte rode wijn.
Ook kan een stevige witte wijn, zoals een volle Chardonnay van Amandum, geweldig passen bij een romig kipgerecht of zelfs bij een lichter stuk rood vlees. Het gaat erom dat de wijn en het gerecht elkaar aanvullen.
Dit is dus een mythe!
2. Goedkopere wijnen maken de kater erger
Het idee dat goedkopere wijnen je een ergere kater bezorgen is ook zeker een mythe. Het is niet de prijs van de wijn die bepaalt hoe je je de volgende ochtend voelt, maar eerder de hoeveelheid die je drinkt en de kwaliteit van de wijn. Sommige mensen denken dat goedkopere wijnen meer sulfieten of andere toevoegingen bevatten die voor de kater zorgen, maar in werkelijkheid komen sulfieten ook voor in duurdere wijnen, en ze zijn zelden de boosdoener. De hoofdpijn die je kunt krijgen de ochtend erna komt vaak door histamine, een stof die vrijkomt tijdens het rijpingsproces van de wijn. Dus hoe langer een wijn heeft gerijpt, hoe meer histamine erin zit, ongeacht de prijs. Dus, oudere wijnen kunnen meer histamine bevatten en daardoor meer kans op hoofdpijn geven.
Uitdroging speelt natuurlijk een grote rol bij een kater, dus water drinken tussen de wijntjes door kan wonderen doen! Mijn regel is altijd: glaasje wijn, glaasje water (dat lukt vrijwel bijna nooit, maar ach, ik ben ook een mens).
Dit is dus ook zeker een mythe!
3. In een restaurant krijg je een beetje wijn om te zien of je hem lekker vindt.
Het zal je verbazen hoeveel mensen dit denken. Het idee achter deze proef slok is eigenlijk heel slim en best simpel. Het is eigenlijk helemaal niet om te zien of je de wijn lekker vindt, maar om te controleren of de wijn in goede staat is. Een klein beetje wijn geeft je een kans om te ruiken en te proeven of de wijn misschien kurk heeft of niet goed is bewaard. Als de wijn niet in orde is, kan de ober een nieuwe pakken.
Dus de volgende keer dat je die kleine proef slok krijgt, weet je dat het niet om jouw eigen smaak gaat, maar vooral om de kwaliteit van de wijn.
Dit is dus ook een mythe!
4. Bier na wijn geeft venijn, wijn na bier geeft plezier
Het klinkt bijna als een oude wijsheid, die generatie na generatie wordt doorverteld, maar laten we eens kijken hoe het echt zit.
Deze uitspraak komt van het idee dat de volgorde van je drankjes invloed heeft op hoe je je voelt. Het idee is dat als je eerst wijn drinkt en daarna bier, je sneller een kater of maagproblemen kunt krijgen. Maar als je de volgorde omdraait, zou je minder last hebben van deze ongemakken.
De waarheid is iets anders. Wat echt telt, is hoeveel je drinkt en hoe je lichaam reageert op alcohol, ongeacht de volgorde. Je kunt beter met mate drinken (en ook met maten) en zorgen voor een goede balans tussen verschillende soorten alcohol. Dus, of je nu wijn na bier of bier na wijn drinkt, het allerbelangrijkste is om niet te veel te drinken en vooral goed voor jezelf te zorgen.
Dit is dus een mythe!
5. Klimaatverandering heeft alleen maar positief effect op wijnboeren, warmte is goed voor het groeien van druivensoorten
Het klinkt logisch, maar helaas is het niet zo simpel. Laten we het uitleggen. Druiven hebben inderdaad wel best wat warmte nodig om goed te rijpen, en een beetje meer zon kan in sommige gevallen leiden tot intensere en heftige smaken, wat soms heel lekker kan zijn. Maar wat gebeurt er als het juist te warm wordt? Nou, teveel hitte kan ervoor zorgen dat druiven te snel rijpen, waardoor de suikergehaltes en alcohol stijgen, maar de zuurgraad daalt. Dit kan resulteren in wijnen die te zwaar, te zoet of uit balans zijn.
Naast dat de oogst wat minder goed is, brengt klimaatverandering extreme weersomstandigheden met zich mee, denk aan heel veel regenval, maar ook weer droogte, late vorst en ook nog eens hagelbuien. Dit is echt niet fijn voor wijnboeren. Stel je voor dat een late vorst de jonge knoppen van de wijnstokken vernietigt, dan is heel je oogst weg. Dat betekent dat een heel seizoen verloren kan gaan. Of neem de droogte: zonder voldoende water kunnen de druiven verschrompelen en de opbrengst drastisch verminderen.
Klimaatverandering dwingt wijnboeren om te experimenteren met nieuwe druivensoorten, die beter bestand zijn tegen de veranderende omstandigheden, of om hun wijngaarden naar koelere regio’s te verplaatsen. Dit zijn geen gemakkelijke of goedkope aanpassingen. Het is een voortdurend gevecht om de balans te vinden tussen rijpheid, zuurgraad en smaak, iets wat generaties lang zorgvuldig en voorzichtig is ontwikkeld.
Ook dit is dus een mythe!